Wij zoeken nieuwe collega’s. Bekijk hier alle vacatures

18 september 2024

Voorgestelde wijzigingen vennootschapsbelasting

Earningstrippingmaatregel

De earningstrippingmaatregel beperkt de aftrekbaarheid van het verschil tussen de rentelasten en de rentebaten van geldleningen (saldo aan renten). Het saldo komt niet in aftrek voor zover dat meer bedraagt dan het hoogste van 20% van de gecorrigeerde winst of € 1 miljoen. Het kabinet stelt voor de drempel van 20% van de winst te verhogen naar 25%. Bij de invoering van de maatregel is onderkend dat een belastingplichtige zich kan ‘opknippen’ in verschillende vennootschappen om aftrekbeperking te voorkomen. In de praktijk blijkt dat met name bij verhuurd vastgoed van die mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Het kabinet stelt voor om met ingang van 1 januari 2025 de aftrekruimte van de earningstrippingmaatregel voor vastgoedlichamen met aan derden verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten.

Aanpassing liquidatieverliesregeling

Het kabinet stelt voor om de liquidatieverliesregeling op twee onderdelen te wijzigen. De liquidatieverliesregeling is een uitzondering op de deelnemingsvrijstelling. Een liquidatieverlies op een deelneming is het negatieve verschil tussen het voor de deelneming opgeofferde bedrag en de ontvangen liquidatie-uitkering. Dat verlies is aftrekbaar. De eerste wijziging betreft de berekening van het voor de deelneming opgeofferde bedrag. Bij de berekening van het opgeofferde bedrag wordt tevens rekening gehouden met een door die belastingplichtige ten gunste van de belastbare winst teruggenomen afwaardering van een vordering op de deelneming, zonder dat een bedrag gelijk aan de afwaardering aan de opwaarderingsreserve wordt toegevoegd. De tweede voorgestelde wijziging heeft betrekking op de tussenhoudsterbepaling in de liquidatieverliesregeling. Deze bepaling strekt er mede toe te voorkomen dat een niet-aftrekbaar negatief deelnemingsresultaat van een tussenhoudster wordt omgezet in een aftrekbaar liquidatieverlies van de houdstermaatschappij. Met de voorgestelde wijziging in de tussenhoudsterbepaling sluit de wettelijke regeling voortaan beter aan bij doel en strekking daarvan.

Aanpassing kwijtscheldingswinstvrijstelling

Per 1 januari 2022 is een beperking van de verliesverrekening in de Vpb ingevoerd. Verliezen tot een bedrag van € 1 miljoen zijn volledig verrekenbaar met de belastbare winst. Voor het meerdere is een verlies slechts verrekenbaar met 50% van de resterende belastbare winst. Een belastingplichtige mag de kwijtscheldingswinstvrijstelling toepassen op winsten, die ontstaan als een schuldeiser afziet van het innen van een niet voor verwezenlijking vatbaar recht. De vrijstelling is slechts van toepassing voor het deel van de kwijtscheldingswinst dat hoger is dan de som van het geleden verlies en de te verrekenen verliezen uit het verleden. Bij de aanwezigheid van te verrekenen verliezen van meer dan € 1 miljoen en een belastbare winst inclusief kwijtscheldingswinst van meer dan € 1 miljoen is altijd Vpb verschuldigd. Deze uitwerking lijkt strijdig met de doelstelling van de op 1 januari 2021 in werking getreden Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), omdat er na het bereiken van een akkoord alsnog een belastingschuld kan ontstaan. Daarom wordt voorgesteld de kwijtscheldingswinstvrijstelling aan te passen. In situaties met te verrekenen verliezen van meer dan € 1 miljoen wordt de kwijtscheldingswinst volledig vrijgesteld voor zover deze de overigens in het jaar geleden verliezen overtreft. Voor situaties met te verrekenen verliezen tot een maximum van € 1 miljoen blijft het huidige systeem gelden.

Beperking giftenregelingen

Voorgesteld wordt met ingang van 1 januari 2025 de regeling geven uit de vennootschap af te schaffen en voor giften gedaan op of na 1 januari 2025 de giftenaftrek af te schaffen. De regeling geven uit de vennootschap ziet op uitgaven, die niet-zakelijk zijn en voor de Vpb behoren te worden gezien als uitdelingen aan de aandeelhouder. De giftenaftrek in de IB blijft ongewijzigd.

Relevante artikelen

Btw op factuur? Dan ook btw betalen!

Een ondernemer drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Hij houdt zich bezig met het managen van internationale projecten, met een specialisatie in industriële koelsystemen. De werkzaamheden worden wereldwijd uitgevoerd. In 2017 en

Lees hier meer

Registratie in postsysteem is geen bewijs voor tijdige verzending

Een eigenaresse van een woning klaagt de gemeente aan. Zij beweert dat de gemeente onvoldoende snel heeft beslist over haar bezwaar tegen de WOZ-waarde. De heffingsambtenaar van de gemeente beweert juist dat de uitspraak wel binnen de termijn is

Lees hier meer

Zakelijk gebruik woning: documenteer tijdig en grondig

Voor vermogensetikettering is de wil van de belastingplichtige leidend, tenzij de grenzen der redelijkheid worden overschreden. Bij woningen geldt echter een bijzonder regime: een woning kan volgens de Hoge Raad door zijn aard alleen tot het

Lees hier meer

Geen opgewekt vertrouwen door volgen aangifte in latere jaren

Bij een beheer- en exploitatiemaatschappij, die zich bezighoudt met de exploitatie van onroerende zaken, vindt in augustus 2016 een belangrijke aandeelhouderswijziging plaats. De meerderheidsaandeelhouder (95%) heeft zijn aandelen geschonken aan een

Lees hier meer

Wie stelt moet bewijzen, ook na afloop van de bewaarplicht

In het belastingrecht geldt doorgaans dat de inspecteur de bewijslast draagt voor het vaststellen van belastbare feiten, terwijl de belastingplichtige de bewijslast draagt voor aftrekposten, vrijstellingen of andere belastingvoordelen zoals

Lees hier meer

Hoger beroep toch op tijd door feestdag

De termijn voor het indienen van een hoger beroepschrift bedraagt zes weken. Die termijn begint te lopen vanaf de dag na de verzending van de uitspraak van de rechtbank. De Algemene termijnenwet (Atw) bepaalt dat als de laatste dag van een termijn op

Lees hier meer