Wij zoeken nieuwe collega’s. Bekijk hier alle vacatures

18 juli 2024

Toepassing werktuigenvrijstelling op zonnepanelen

Een ondernemer huurt het dak van een distributiecentrum om daarop zonnepanelen (hierna: PV-installatie) te leggen voor de opwekking van zonne-energie. De eigenaar van het distributiecentrum heeft voor de ondernemer een recht van opstal gevestigd voor de PV-installatie op het dak. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de PV-installatie vastgesteld op € 2.891.000 en tegelijkertijd een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd. De ondernemer stelt dat de werktuigenvrijstelling op de installatie van toepassing is. Uiteindelijk komt de zaak bij het hof. Hoe oordeelde het hof? Is de werktuigenvrijstelling van toepassing op de PV-installatie?

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer stelt dat de werktuigenvrijstelling van toepassing is op de zonnepanelen en het onderstel. Volgens hem is de PV-installatie geen opzichzelfstaand gebouwd eigendom. De ondernemer voert ter onderbouwing hiervan meerdere argumenten aan. Ten eerste liggen de zonnepanelen los op het dak en zijn zij niet vastgemaakt aan het distributiecentrum. Ten tweede hebben de zonnepanelen en het onderstel geen bouwkundige zelfstandigheid, aangezien de zonnepanelen niet overeind blijven zonder het dak. Ten slotte maakt het recht van opstal niet dat de PV-installatie een opzichzelfstaand gebouw wordt.

Oordeel van de rechtbank

Op grond van de Wet WOZ wordt de waarde van de werktuigen, die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden, buiten beschouwing gelaten als deze zonder beschadiging kunnen worden verwijderd en niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken (de werktuigenvrijstelling). De Waarderingskamer heeft een hulpmiddel gepubliceerd op haar website waarmee aan de hand van vijf punten kan worden bepaald of de werktuigenvrijstelling van toepassing is op een bedrijfsmatig gebruikte zonnepaneleninstallatie. Partijen zijn het oneens over de volgende twee punten: is de PV-installatie een opzichzelfstaand gebouwd eigendom en blijft de uiterlijke herkenbaarheid van de installatie na verwijdering van de zonnepanelen behouden. De rechtbank oordeelt dat als het gebouw verdwijnt, de PV-installatie ook verdwijnt, waardoor het geen opzichzelfstaand gebouwd eigendom kan zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is de PV-installatie zonder zonnepanelen niet meer herkenbaar als werktuig. De rechtbank verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond. De ondernemer gaat daarna in hoger beroep.

Oordeel van het hof

Het hof merkt op dat het begrip “gebouwd eigendom” ruim moet worden uitgelegd. Van een gebouwd eigendom is ook sprake bij werken, die naar aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven. Niet van belang is of het technisch mogelijk is het werk te verplaatsen. Naar het oordeel van het hof is de PV-installatie bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven. De PV-installatie is een technisch complex geheel. De zonnepanelen en het onderstel zijn verzwaard met ballast zodat de installatie niet los van het dak kan komen. Daaruit blijkt de bedoeling van de bouwer dat de installatie bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Dat wordt ook ondersteund door het huuraanvullende opstalrecht voor de duur van twintig jaar. Omdat de PV-installatie een gebouwd eigendom is, kan de werktuigenvrijstelling hierop niet van toepassing zijn.

Conclusie

De ondernemer kreeg geen gelijk van het hof. De PV-installatie wordt geacht duurzaam op het dak te blijven liggen en voldoet daarmee niet aan de criteria voor de werktuigenvrijstelling. De waarde van de PV-installatie blijft dus onderworpen aan de onroerendezaakbelasting. 

Relevante artikelen

Start herstel box 3 op basis van werkelijk rendement

Op 8 juli 2025 heeft de Eerste Kamer de Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen. Dit betekent dat de Belastingdienst kan starten met het herstel van box 3 op basis van het werkelijk rendement. Vanaf half juli 2025 verstuurt de Belastingdienst

Lees hier meer

Gelijk loon, gelijk fout: hoe de Belastingdienst dga’s op één hoop gooit

De kennisgroep loonheffingen van de Belastingdienst publiceerde onlangs een standpunt waarin zij aangeeft dat het loon van de ene dga minstens gelijk moet zijn aan dat van de andere dga. Zelfs als die andere dga óók een aanmerkelijk

Lees hier meer

Onherroepelijke aanslag blokkeert wijziging fiscale partnerkeuzes

Het overlijden van een fiscaal partner roept vaak vragen op over eerdere belastingaangiften, zo ook in deze casus. Een erfgenaam probeert namelijk de aangifte van haar overleden echtgenoot te herzien. Ze wil de verdeling van het box 3-vermogen

Lees hier meer

Geen invorderingsrente bij eigen vergissing afstandsverkopen

Wanneer is ten onrechte betaalde btw ‘in strijd met het Unierecht geheven’? Een Nederlandse webshop stelt deze principiële vraag aan de Rechtbank Gelderland. De webshop krijgt ruim € 50.000 aan btw terug, omdat ze de afstandsverkopenregeling

Lees hier meer

Geen lagere aanslag, lager rendement niet aannemelijk gemaakt

Een vrouw doet aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst legt een aanslag op conform deze aangifte. De vrouw is het niet eens met de berekening van het inkomen uit sparen en beleggen en maakt bezwaar. De inspecteur behandelt het bezwaar deels

Lees hier meer

Kan een werknemer van zijn arbeidsovereenkomst af voordat hij is gestart?

Een onderneming heeft een openstaande vacature voor de functie van inkoper. Om een geschikte vervanger te vinden, schakelt zij een recruitmentbureau in. Kort daarna introduceert het bureau een kandidaat. Na een eerste kennismakingsgesprek en verdere

Lees hier meer