Wij zoeken nieuwe collega’s. Bekijk hier alle vacatures

10 april 2025

Fiscale kwalificatie van resultaten daghandelaar

Een daghandelaar (daytrader) werkt samen met een gerenommeerde financiële organisatie en handelt dagelijks in effecten op Europese beurzen. In 2018 behaalt hij een winst van € 137.500 door systematisch aandelen aan te kopen en te verkopen. De Belastingdienst wil deze winst belasten in box 1 als ondernemersinkomen. De handelaar is het hier principieel niet mee eens en vraagt zich af of deze resultaten niet thuishoren in box 3 voor sparen en beleggen. De vraag die de rechter moet beantwoorden is of de handelsresultaten moeten worden gekwalificeerd als winst uit onderneming of als inkomen uit sparen en beleggen.

Feiten

De handelaar is fulltime actief in de effectenhandel en werkt samen met een broker via een gedetailleerde samenwerkingsovereenkomst. Hij verricht gemiddeld 138 aan- en verkooptransacties per handelsdag, wat wijst op een intensieve handelsstrategie. De inspecteur stelt dat de handelaar over bijzondere deskundigheid beschikt en een voorrangspositie heeft. Hij baseert zich op de professionele handelsinfrastructuur, geavanceerde informatievoorziening en de specifieke samenwerkingsovereenkomst die de handelaar mogelijkheden biedt die voor gewone beleggers niet bereikbaar zijn.

De handelaar heeft echter een fundamenteel andere visie. Hij betoogt dat zijn resultaten volledig voortkomen uit toevallige koersbewegingen. Zijn succes is volgens hem niet het gevolg van speciale kennis of voorspellende informatie, maar van weloverwogen keuzes op cruciale momenten. Hij benadrukt de inherente onvoorspelbaarheid van de effectenmarkt en zijn eigen beperkte invloed op het koersverloop.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat de Belastingdienst niet slaagt in het aantonen van een objectieve voordeelsverwachting. De rechtbank concludeert dat de effectenhandel fundamenteel speculatief van aard is. Ondanks de aanzienlijke deskundigheid en dagelijkse inspanning van de handelaar, is niet aangetoond dat hij koersontwikkelingen kon voorspellen of in staat was deze substantieel te beïnvloeden. Het behaalde resultaat is volgens de rechtbank uitsluitend toe te schrijven aan onvoorspelbare koersschommelingen.

Conclusie

Deze uitspraak leert ons dat niet elke professionele effectenhandel automatisch wordt gezien als een onderneming. De fiscale kwalificatie vraagt om een gedetailleerde beoordeling van specifieke omstandigheden. Elke situatie is uniek en verdient een zorgvuldige analyse. Voor ondernemers en beleggers is het raadzaam professioneel fiscaal advies in te winnen om de juiste classificatie van handelsresultaten te bepalen.

Relevante artikelen

Btw op factuur? Dan ook btw betalen!

Een ondernemer drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Hij houdt zich bezig met het managen van internationale projecten, met een specialisatie in industriële koelsystemen. De werkzaamheden worden wereldwijd uitgevoerd. In 2017 en

Lees hier meer

Registratie in postsysteem is geen bewijs voor tijdige verzending

Een eigenaresse van een woning klaagt de gemeente aan. Zij beweert dat de gemeente onvoldoende snel heeft beslist over haar bezwaar tegen de WOZ-waarde. De heffingsambtenaar van de gemeente beweert juist dat de uitspraak wel binnen de termijn is

Lees hier meer

Zakelijk gebruik woning: documenteer tijdig en grondig

Voor vermogensetikettering is de wil van de belastingplichtige leidend, tenzij de grenzen der redelijkheid worden overschreden. Bij woningen geldt echter een bijzonder regime: een woning kan volgens de Hoge Raad door zijn aard alleen tot het

Lees hier meer

Geen opgewekt vertrouwen door volgen aangifte in latere jaren

Bij een beheer- en exploitatiemaatschappij, die zich bezighoudt met de exploitatie van onroerende zaken, vindt in augustus 2016 een belangrijke aandeelhouderswijziging plaats. De meerderheidsaandeelhouder (95%) heeft zijn aandelen geschonken aan een

Lees hier meer

Wie stelt moet bewijzen, ook na afloop van de bewaarplicht

In het belastingrecht geldt doorgaans dat de inspecteur de bewijslast draagt voor het vaststellen van belastbare feiten, terwijl de belastingplichtige de bewijslast draagt voor aftrekposten, vrijstellingen of andere belastingvoordelen zoals

Lees hier meer

Hoger beroep toch op tijd door feestdag

De termijn voor het indienen van een hoger beroepschrift bedraagt zes weken. Die termijn begint te lopen vanaf de dag na de verzending van de uitspraak van de rechtbank. De Algemene termijnenwet (Atw) bepaalt dat als de laatste dag van een termijn op

Lees hier meer