Wij zoeken nieuwe collega’s. Bekijk hier alle vacatures

5 september 2024

Belasting in Nederland of het buitenland? Rechtbank geeft duidelijkheid

Wanneer iemand in Nederland woont en in het buitenland werkt, kan zowel belasting worden geheven in Nederland als in het land waar de persoon werkt. De rechtbank heeft recent geoordeeld over de belastingplicht van een persoon in Nederland en over de toepassing van de voorkoming van dubbele belastingheffing.

Feiten

De betrokkene stond vanaf 1 oktober 2014 ingeschreven op een woonadres in Nederland en werkte als verkoopmedewerker voor een werkgever in Koeweit. Deze werkgever handelde in voedsel dat werd geëxporteerd naar Irak. Uit het paspoort van de betrokkene bleek, dat hij in 2017 verschillende landen heeft bezocht en dat hij 107 dagen in Koeweit verbleef.

Voor het jaar 2017 heeft de betrokkene een belastingaangifte ingediend met een belastbaar inkomen van € 120.000. In de aangifte verzocht hij om een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het volledige bedrag. De Belastingdienst heeft de aanslag overeenkomstig de aangifte opgelegd en de aftrek voor het volledige bedrag toegepast. In 2022 kondigde de inspecteur echter een onderzoek naar de aanvaardbaarheid van de aangifte aan. Dit leidde tot een navorderingsaanslag, waarin de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting werd verminderd tot € 40.000. Over de navorderingsaanslag ontstond een procedure.

Standpunten van partijen

De betrokkene stelde dat hij niet belastingplichtig was in Nederland omdat hij hier niet werkte en alleen in Nederland was om tijd met zijn familie door te brengen. De inspecteur stelde daarentegen dat de betrokkene wél belastingplichtig was in Nederland, aangezien hij in zijn aangifte over het jaar 2017 als hoofdverblijf een eigen woning in Nederland had opgegeven. Dit wees volgens de inspecteur op binnenlandse belastingplicht.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat iemand, die in Nederland woont, als binnenlands belastingplichtige in Nederland belasting moet betalen over zijn wereldinkomen. Volgens de Wet IB 2001 is een natuurlijke persoon, die in Nederland woont, belastingplichtig in Nederland. De Hoge Raad heeft eerder bepaald dat het vaststellen van een woonplaats afhangt van verschillende factoren, waarbij niet één enkel feit doorslaggevend is.

In deze zaak was de betrokkene ingeschreven op een adres in Nederland en bracht hij zijn vrije dagen door bij zijn gezin in Nederland. De rechtbank oordeelde daarom dat de betrokkene fiscaal in Nederland woonde en dus binnenlands belastingplichtig was.

Voorkoming dubbele belasting

Aangezien de rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene belastingplichtig was in Nederland, moest worden gekeken naar de hoogte van de voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur had de voorkoming vastgesteld op € 40.000, maar de rechtbank oordeelde dat dit te laag was.

Omdat het inkomen uitsluitend bestond uit loon uit Koeweit, mocht Koeweit belasting heffen over dit inkomen. Nederland moest vervolgens een voorkoming van dubbele belasting verlenen. De hoogte van deze voorkoming wordt berekend met een zogenoemde dagenbreuk, waarbij het jaarloon wordt vermenigvuldigd met een breuk. De teller van deze breuk bestaat uit het aantal dagen waarop daadwerkelijk arbeid in Koeweit is verricht en de noemer bestaat uit het aantal kalenderdagen van het jaar, minus weekenddagen, vakantiedagen en feestdagen.

Berekening van de dagenbreuk

Teller: de rechtbank oordeelde dat alleen de werkdagen in Koeweit, in totaal 107 dagen, in de teller mogen worden meegenomen.

Noemer: beide partijen hebben de noemer onjuist vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat uitgegaan moet worden van het totaal aantal dagen waarop contractueel arbeid is verricht. Op basis van het paspoort en de verklaring van de betrokkene kwam de rechtbank uit op een noemer van 259 dagen (365 dagen minus 76 weekend- en vrije dagen en 30 vakantiedagen).

De rechtbank heeft de vermindering als volgt berekend: € 120.000 * 107/259 = € 49.575,29. De rechtbank heeft de navorderingsaanslag dienovereenkomstig verminderd.

Conclusie

Het vonnis van de rechtbank bevestigt dat een persoon die in Nederland woont, hier belastingplichtig is, ook als deze persoon in het buitenland werkt. Daarnaast benadrukt het vonnis het belang van een zorgvuldige berekening van de voorkoming van dubbele belasting, waarbij zowel de werkdagen als de contractuele vakantiedagen nauwkeurig in aanmerking moeten worden genomen.

Relevante artikelen

Jeugdzorginstelling brengt privéfeest en familiereis in aftrek

Een bv die een jeugdzorginstelling drijft, brengt jarenlang forse bedragen in aftrek voor verbouwingen, een buitenlandse reis en een personeelsfeest. De inspecteur corrigeert de kosten na een anonieme tip en legt vergrijpboetes op. Volgens de

Lees hier meer

Crediteurenakkoord met finale kwijting leidt tot naheffing btw

Een bv in financiële nood sluit een akkoord met haar crediteuren. Zij betaalt 20% van de openstaande facturen en krijgt daarvoor finale kwijting. De inspecteur legt een naheffingsaanslag btw op van ruim € 108.000. Volgens hem moet de eerder

Lees hier meer

Overgangstermijn youngtimerregeling voor auto’s die dit jaar 15 zijn geworden

Voor auto's die in 2025 15 jaar oud worden, geldt de huidige ‘youngtimerregeling’. Dit betekent dat de bijtelling wordt berekend op basis van 35% van de waarde in het economische verkeer van de auto. Dit blijft ongewijzigd voor 2025. Vanaf 2026

Lees hier meer

Pakket Belastingplan 2026 aangenomen

De Eerste Kamer heeft het pakket Belastingplan 2026 aangenomen. Ook zijn vijf moties aangenomen. Tijdens het debat is veel gesproken over amendementen die de Tweede Kamer heeft aangenomen en die de belastingplannen hebben veranderd. De meningen over

Lees hier meer

Wel of geen btw bij kortstondig verhuren voor verkoop?

Bij overdracht van een onderneming of een zelfstandig deel daarvan hoeft geen btw te worden berekend. Steeds meer projectontwikkelaars verhuren daarom nieuwbouw kort voor verkoop en stellen dat zij een onderneming overdragen. Maar geldt dit ook als

Lees hier meer

Rente op terugbetaalde gouden handdruk aftrekbaar

Een werknemer moet na jarenlange procedures zijn gouden handdruk van € 750.000 terugbetalen, plus € 202.000 wettelijke rente. De Belastingdienst weigert de aftrek van die rente. Het hof oordeelt dat de rente wél aftrekbaar is als negatief loon. Van

Lees hier meer